Skip to main content

Als voorproefje op het eerste Tilburgs Film Festival (TFF) dat op zaterdag 26 mei 2018 gaat plaatsvinden laten we filmmaker Apollonia Duijster aan het woord. Wat zijn volgens haar de ingrediënten voor een goede film? Haar film De Eenhoorn en de Mannentraan is op het festival te zien en is zelfs driemaal genomineerd voor een Tilburg Film Award!

Scroll verder voor de rest van het artikel

Word abonnee

Volg ons op Instagram

Ontdek waarmee we ons bezig houden!

Door naar Instagram

Like ons op Facebook

Blijf op de hoogte van nieuws, tips en events

Door naar Facebook

[button open_new_tab=”true” color=”accent-color” hover_text_color_override=”#fff” size=”large” url=”https://www.tilburgsfilmfestival.nl/” text=”Meer info over het TFF van zaterdag 26 mei 2018″ color_override=””]

Wie ben ik als maker?

Afgelopen zomer studeerde ik af aan AKV|St. Joost na een turbulent jaar gewerkt te hebben aan mijn afstudeerfilm: De Eenhoorn en de Mannentraan. Hoewel dat jaar me uitvallende haren, koppijn en zeker wat huilbuien heeft bezorgd, heb ik er ook ontzettend veel van geleerd. Met name wie ik ben als filmmaakster, of beter gezegd documentaire maakster, en wat voor mij een goede film definieert. Met mijn film Vieze Vingers stond ik zelfs in de finale van het Rotterdams Open Doek!

Een goede film begint met een goed idee

Ik begon het jaar met één doel voor ogen: een betere film te maken dan mijn vorige film Vieze Vingers. Als je dan ook al aan het afstuderen bent kan ik je vertellen dat je daarmee heel veel druk op je schouders legt. De eerste twee jaar van mijn studie had ik maar hobbelend achter de rest aan gehaald, en met mijn (proces naar mijn) derdejaars film had ik opeens aan de rest en aan mezelf kunnen bewijzen dat ik het wel kon! Dus dan kon ik het nu alleen maar beter gaan doen, toch?

Een goede film begint met een goed idee en niet met de drang om een goede film te maken. Het idee voor mijn film Vieze Vingers – over masturbatie onder vrouwen – had ik eigenlijk in een eureka-momentje tot me gekregen. Vanaf dat moment wist ik dat ik daar een film over wilde maken en niemand ging me nog stoppen. Aan het begin van mijn afstudeerjaar had ik nog geen nieuwe inspiratie. Hoe hard ik ook probeerde, het lukte me maar niet iets te vinden wat me zo aan het hart lag als bij Vieze Vingers.

Still van de film Vieze Vingers

Kan beeld wel helemaal echt zijn?

Wat ik anders wilde doen ten opzichte van de film ervoor was meer de tijd nemen voor het ontwikkelen van een passende beeldtaal. Dus dan probeer je maar al beeld makend tot een nieuw meesterwerk te komen. Dat wierp zijn vruchten af voor hoe mijn film er uiteindelijk uit is gaan zien.

Wat ik erg interessant vind is hoe de gemiddelde kijker omgaat met de afspiegeling van de werkelijkheid. 99% van wat wij op TV zien is niet echt, in scene gezet. Documentaires ook niet. Als je een camera op iemand zet grijp je al in op de werkelijkheid. Als je een montage maakt grijp je in op de werkelijkheid. Hoe de kijker iets ziet en interpreteert is een ingreep op de werkelijkheid. Kan iets dan wel helemaal echt zijn? En welke positie heb ik daarin als de regisseur van een documentaire?

Achter de schermen bij de opnames van De Eenhoorn en de Mannentraan

Neem de regie over het beeld

Ik had mezelf de vrijheid gegeven om met de grenzen van documentaire te gaan spelen, met de vragen hierboven als handvaten daarvoor. Als ik stel dat een documentaire film bij voorbaat al onecht is, waarom zou ik er dan niet mee om mogen gaan als een fictie film?

Ik besloot meer regie te nemen over wat er op het beeld verscheen. Ik koos de locatie, de “props” die je in beeld zag en de lichtomstandigheden. Echter bleef ik documentaire maker. Ik wilde nog steeds een vorm van werkelijkheid vangen. Zo kwam ik tot mijn algehele regie concept: ik bouw een constructie waarbinnen ik mijn personages plaats, maar vanaf het moment dat de camera aan gaat laat ik het aan het lot over. Dat vond ik reuze interessant.

Ontwikkel nieuwe onderwerpen voor je film

Op deze manier ontwikkelde ik ook al snel een nieuw onderwerp voor mijn film. In Vieze Vingers had ik mijn geslachtsgenoten in zo’n situatie gebracht. Deze keer was ik benieuwd naar een geslacht waar ik alleen maar vooroordelen over kon hebben. Toch kon ik er maar niet mijn vinger op leggen wat ik precies wilde vertellen en waarom. Ik had nog nooit een man zien huilen was mijn uitgangspunt, maar wat voor invloed had dat op mij? Dit bleef een zoektocht, een onbeantwoorde vraag.

Still uit de film De Eenhoorn en de Mannentraan

Daag jezelf uit

Nu ik bijna een jaar verder ben rust me alleen nog de vraag: heb ik nou een betere film gemaakt dan het jaar ervoor? Dat durf ik niet te zeggen. Ik denk dat beide films kwaliteiten en gebreken hebben die de ander niet heeft. Zo vind ik Vieze Vingers inhoudelijk sterker. Het maakt meer een punt waar de wereld iets aan heeft, maar ik vind hem beeldend wat meer achtergebleven.

De Eenhoorn en de Mannentraan spreekt voor mij in beeld precies zoals ik het zou willen, maar inhoudelijk vind ik dat het me minder goed lukt duidelijk te maken wat ik precies wil aankaarten. Misschien komt dat omdat ik er sowieso nooit helemaal achter gekomen ben.

Nu ben ik afgestudeerd en heb ik twee films gemaakt. Zou mijn derde film dan de beste delen van de twee vorige films bij elkaar brengen? Ga ik nu dan eindelijk de beste film maken die ik kan maken? Ik wil niet zeggen dat ik mezelf veel druk opleg, maar ik ga het deze keer zeker weten nog beter doen!

[button color=”accent-color” hover_text_color_override=”#fff” size=”large” url=”http://www.apolloniaduijster.nl/” text=”Meer info over Apollonia” color_override=””]